Marcel van Roosmalen
In Ik mag niet klagen zoekt Marcel van Roosmalen naar de oorzaak van zijn chaotische leven en komt uit bij Arnhem, de stad waar hij zich, tot zijn eigen verbazing, tot de ‘Arnhemmer des Vaderlands’ ontwikkelde. Buiten de stad maakt hij furore met zijn scherpe observaties en wordt hij gehaat, terwijl hij binnen de grenzen als een lokale held wordt vereerd. Terugverhuizen naar Arnhem is geen optie, want dat kan alleen maar tegenvallen.
Wat blijft er over? Niets. En klagen mag hij niet.